Voor de definitie van Avantuur: lees deze blog! Deelnemers Matty en Gwenda laten ons in woord en beeld meegenieten van hun reis door Angola.

“Mensen, wat willen jullie? Overnachten in de Colinas Canyon, of terug naar Namibe en op een camping overnachten?” Met deze ietwat gefrustreerde vraag van reisleider Jan lijkt er een einde te komen aan een middag auto’s uitgraven, losduwen en geïmproviseerde stenenpaadjes maken ergens middenin Iona National Park. We zijn maximaal een paar 100 meter opgeschoten en kunnen sowieso niet verder naar onze eindbestemming van vandaag. We kiezen voor de camping, die bij aankomst een soort bouwplaats blijkt te zijn, waar we áchter de onafgebouwde toiletgebouwen onze behoeften kunnen doen. Maar goed: we zijn met weinig tevreden en genieten na deze enerverende dag van een rustige zondag en een mooie kerkdienst in Namibe.

Die maandag begint het gedeelte van de reis waar iedereen naar uit heeft gekeken: het binnenland in, op zoek naar de tribale stammen die hier nog leven. We pakken de auto’s in (met oa. 440 liter water en veel eten, we weten niet hoelang we buiten de bewoonde wereld zullen zijn) en niet te vergeten: enkele grote zakken rijst en bruine suiker, die bestemd zijn voor de stammen die we hopelijk gaan ontmoeten. Deze eerste dag in de ‘bush’ verloopt (achteraf gezien), vrij soepel. We hebben twee lekke banden, maar zijn gelukkig redelijk dicht bij een dorpje waar deze, na een flinke poos wachten, kunnen worden geplakt.
Aan het einde van de middag komen er uit de voorste auto opeens allemaal grote cameralenzen naar buiten, en jawel: in de verte zien we een paar mensen lopen die duidelijk bij een lokale stam horen. Het is ook meteen duidelijk dat ze waarschijnlijk nog nooit blanken hebben gezien, want er is sprake van grote paniek en de mensen rennen hard weg. Wij vervolgen onze weg, totdat er opeens ergens uit de struiken een man komt met een speer en een grote machete. Wij besluiten uit te stappen en blijven op een afstandje staan. De man slaakt enkele verbaasde kreten (mocht je een ‘Angola-avanturier’ ontmoeten, vraag dan gerust of hij/zij het even voor wil doen, we hebben goed geoefend :-D). Al snel blijkt dat de man niet alleen is en komen er schoorvoetend nog wat mensen uit de bosjes aan de kant van de weg. Na deze soort-van-kennismaking, waarin er eigenlijk geen communicatie mogelijk is, verdwijnen de mannen weer in de struiken en gaan wij op zoek naar een kampeerplek. Die nacht slapen we op een plek waar het zó oorverdovend stil is, dat het bijna eng is (al heeft dat misschien ook te maken met de wetenschap dat hier dus mannen met vrij grote machetes rondlopen).

 

De volgende ochtend komen we al snel een kraal tegen. We zetten de auto’s neer en pakken een zak rijst en suiker. Het duurt niet lang of het stamhoofd komt ons al tegemoet gelopen en we herkennen één van de mannen die we gisteren hebben ontmoet. Na het overhandigen van de rijst en de suiker wenken de mannen dat we mee mogen lopen naar hun kraal.
In de kraal is het een bedrijvige bedoening: er wordt eten gekookt, de geiten worden bij elkaar gedreven en er drentelen wat kinderen heen en weer. Sommige mensen verstoppen zich achter de lemen hutjes, overweldigd door deze groep van 15 blanke mensen. Nadat het ijs wat gebroken is, krijgen we een ‘rondleiding’ waar we weinig van verstaan en begrijpen, maar wel enorm van genieten. Voordat we afscheid nemen krijgen we wat eieren aangeboden van één van de vrouwen, die ons met veel gebaren nog even uitlegt waar eieren eigenlijk vandaan komen (ze gaat er vanuit dat wij het verhaal van de kip en het ei nog niet kennen blijkbaar :-D). Daarna vertrekken we weer naar onze auto’s.
(zie voor meer foto’s van de Mucubal de galerij onderaan deze pagina)

We komen vandaag echter niet zo ver, want het gebied waarin we rijden is zó slecht begaanbaar dat we om de haverklap uit moeten stappen om een kofferbak leeg te halen om het reservewiel te pakken, de auto op moeten krikken met een krik die het eigenlijk niet doet en een band moeten verwisselen. Het duurt dan ook niet lang of we zijn door onze reservebanden heen. Daar staan we dan, op een plek in een gebied waar we geen auto’s zijn tegengekomen, hoogstens wat brommertjes. Dit zou wel eens lang kunnen gaan duren. Maar nog voordat we hier goed over na hebben kunnen denken horen we een auto! Een grote 4×4 komt eraan en na kort overleg worden onze banden op het dak van de auto gehesen en rijden er drie mensen van onze groep mee naar het dichtstbijzijnde dorp dat gelukkig maar een paar kilometer verder is. De rest van de groep spant tentdoeken om wat schaduw te creëren, doet een spelletje, bakt een ei, zet koffie, doet nog een spelletje, om uiteindelijk na ongeveer 5 uur enthousiast de auto met onze geplakte banden weer te onthalen.
In het dorp aangekomen blijkt dat de mensen ons voor gek verklaren dat wij hier zijn gekomen en dat we morgen nog verder willen: de weg schijnt nog een stuk slechter te worden. Gelukkig komt er een evangelist op een motor langs, en na enige onderhandeling is hij bereid om morgen met ons mee te gaan. Hij kent hier de weg en kan, in geval van nood, hulp inroepen om bijvoorbeeld onze banden te plakken. Opnieuw slapen we op een enorm afgelegen, maar prachtige plek tussen een paar heuvels. Op naar morgen!

Het werd een dag voor in de boeken! Een korte samenvatting: verschillende kralen bezocht van zowel de Muila als de Mucubal, gereden over een ‘weg’ waarvan iemand terecht opmerkte: “Dit is geen weg, hier staan alleen geen bomen”, talloze keren uitgestapt om de grootste stenen voor de auto’s weg te halen, de hele dag in de eerste en tweede versnelling door een soort rivierbedding gestuiterd, banden verwisseld, auto’s losgeduwd, ontelbaar veel ‘dakkoppertjes’ gemaakt en heel veel stenen in het chassis van de auto verzameld. Om uiteindelijk na 2,5 dag, 112 km en héél veel lekke banden weer veilig aan te komen in de bewoonde wereld. Klaar voor nóg een week vol avantuur in Angola!
(zie voor meer foto’s van de Muila de galerij onderaan deze pagina)

Met dank aan Matty voor het verslag en aan Gwenda voor de foto’s.
Vind je dit een avontuur om van te watertanden? Goed nieuws! Volgend jaar zomer hopen we weer naar Angola te gaan.